Inspirerende ontmoeting met CDFD over vakbekwaamheid Wft en financiële psychologie

Onlangs had Erna Knipscheer het genoegen om op uitnodiging van CDFD te lunchen met haar directeur en senior beleidsmedewerker. Het gesprek stond in het teken van een belangrijk en actueel thema:

Hoe kan financiële psychologie bijdragen aan vakbekwaamheid binnen de Wft?

Vakbekwaamheid gaat naar onze mening verder dan het kennen van regels en het toepassen van kennis. Het draait om een bredere, mensgerichte benadering. In ons gesprek kwamen vijf pijlers naar voren waarvan wij vinden dat die het verschil maken tussen een Wft-adviseur die enkel informeert en adviseert, en een financieel professional die werkelijk impact heeft:

  1. Het zien van de mens achter het financiële of verzekeringsvraagstuk
  2. Psychologische en communicatieve vaardigheden
  3. Een coachende rol voor meer zelfeffectiviteit bij klanten
  4. Inclusieve en empathische communicatie
  5. Waarde-gedreven advisering

Deze elementen versterken niet alleen de kwaliteit van advies maar dragen ook bij aan vertrouwen, begrip en duurzame klantrelaties.

Een interessant thema: het huidige Wft-PE-systeem

Tijdens de lunch kwam ook een ander belangrijk onderwerp op tafel: hoe het huidige PE-systeem beoogt vakbekwaamheid en integriteit van Wft-adviseurs te borgen. Dit alles in het belang van de klant en het vertrouwen in financieel dienstverleners. 

De visie van Erna Knipscheer? Het huidige systeem schiet zijn doel voorbij. Je kunt met de huidige PE-examens niet de ‘goede’ en ‘slechte’ adviseurs van elkaar scheiden. De manier van examineren is bovendien achterhaald. Je toetst kennis die gold op 1 januari van het jaar terwijl je PE-examen vaak maanden later doet. Ben je volledig actueel dan moet je alsnog leren hoe het begin van het jaar zat. Dat is niet meer van deze tijd. Zeker niet in een AI-gedreven en digitaal tijdperk waarin actuele kennis altijd beschikbaar is.

Volgens Erna gaat het om een solide basiskennis bij initiële examens waarna adviseurs zich aantoonbaar professioneel blijven ontwikkelen op een manier die past bij hun eigen functie. Het uitgangspunt zou moeten zijn dat een zichzelf respecterende Wft-adviseur vanuit intrinsieke motivatie zich wil ontwikkelen en bijblijven op het eigen vakgebied. Wat dat betreft zou hiervoor veel meer keuze moeten komen in de verschillende opleidingen voor permanente educatie (PE Wft).

Schijnzekerheid met huidige PE-Wft

Het huidige PE-systeem is gebouwd op controle en extrinsieke motivatie. Niet slagen betekent dat je je vak niet meer mag uitoefenen terwijl je misschien wel een uitstekende en integere adviseur bent. Slagen voelt als een beloning maar het is een eenheidsworst voor iedereen, van servicedeskmedewerker tot senior adviseur. Het PE-certificaat kan hooguit als bewijsmiddel bij het Kifid worden gebruikt. Want je had als Wft-adviseur van het betreffende onderwerp op de hoogte moeten zijn, het was immers stof van je PE-examen.

De getoetste onderwerpen in de verschillende Wft-PE-examens zijn naar mening van Erna Knipscheer grotendeels niet relevant voor de praktijk van de individuele Wft-adviseur en zijn kort na het examen weer vergeten, aldus de wetenschappelijk onderbouwde Vergeetcurve van Ebbinghaus. Deze curve laat zien dat het grootste deel van de informatie al binnen enkele uren tot dagen na het leren wordt vergeten tenzij er regelmatige herhaling of daadwerkelijke toepassing plaatsvindt.

Succesvol examen doen is bovendien geen kwestie van inhoudelijke interesse en serieus studeren maar vooral van examentips uit syllabi stampen. De serieuze student die zich verdiept in de materie zakt soms terwijl de ‘slimme’ student met gemak slaagt. Het is publiek geheim dat opleiders hun docenten meermaals naar het PE-examen sturen om de vragen en antwoorden 'op te halen'. Dat is niet hoe vakbekwaamheid en integriteit in de financiële dienstverlening geborgd zouden moeten worden.

De uitdaging voor de financiële sector, beleidsmakers en toezichthouders

Erna Knipscheer onderkent dat de financiële sector, het Ministerie van Financiën en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) voor een grote uitdaging staan. Hoe ontwerp je een Wft-PE-systeem dat vakkennis, integriteit en het adviseren in het belang van de klant borgt?

Voor objectieve feitenkennis is dit relatief eenvoudig. Dit kun je toets-technisch verantwoord vaststellen via digitale examens op een locatie waar ook de identiteit van de kandidaat formeel gecontroleerd kan worden. Maar het wordt complexer bij subjectieve vaardigheden en competenties, zoals communicatieve vaardigheden en het rekening houden met psychologische factoren in klantadvies.

Het toetsen van deze menselijke vaardigheden is niet alleen kostbaar maar ook lastig langs een objectieve meetlat. Hoe beoordeel je empathie of coachend vermogen op een uniforme manier? Dat is praktisch onmogelijk. Dus zolang de sector vasthoudt aan een periodiek PE-examen om ‘controle’ te houden komt er geen ruimte om te borgen waar het ooit om ging: ons als professionele financieel dienstverleners te gedragen die netjes met klanten omgaan en zorgvuldig adviseren, altijd met het klantbelang voorop.


De vraag is of we als financiële sector het klantbelang willen blijven borgen met PE-examens en vanuit extrinsieke motivatie? Of dat we durven kiezen voor een nieuwe manier van permanente professionele ontwikkeling die is gebaseerd op intrinsieke motivatie en vertrouwen?